Een 27-jarige creatieve duizendpoot met een passie voor taal, communicatie en toerisme. In het dagelijkse leven ben ik aan de slag als Communicatie Coördinator bij Riebedebie, trek ik er graag op uit met mijn hond en hou ik me creatief bezig met tekenen, verven, juwelen maken en meer!
Het zeiljacht van Brel komt weer tot leven, wij waren erbij
Uniek erfgoed gered door twee broers
In 2008 werd wat overbleef van de Askoy II uit het zand op een strand van Nieuw-Zeeland gered. Het was er jaren voordien gestrand na een storm. De Askoy II was halfweg jaren ’70 het zeiljacht van Jacques Brel waarmee hij naar de Markiezeneilanden voer. Zeilenmakers Staf en Piet Wittevrongel leerden de chansonnier in die periode kennen.
Toen het tragische verhaal van dit magnifieke varend erfgoed, ooit het vlaggenschip van de Belgische jachtvloot, hen ter ore kwam, bewogen ze hemel en aarde om het schip te redden. In een loods in de haven van Zeebrugge wordt het jacht helemaal opgetuigd, enkel de voorcabine moet er nog op. In 2020 wordt het schip te water gelaten.
De leden van Open Monumenten kregen op de avant-première al de unieke kans om het 20 meter lange jacht van binnen en buiten te verkennen. Arnaud Askoy, lookalike en imitator van Jacques Brel, verzorgde in de loods een fel gesmaakt optreden. “Une place avec plein d’émotions”, aldus de zanger.
“Brel was een echte poëet”
De avant-première is de eerste activiteit die Marita Thomaes (71) bijwoont als nieuw lid van Open Monumenten. Het is meteen een schot in de roos . “Met dit bezoek combineer ik mijn twee absolute passies: Jacques Brel en erfgoed.” Marita zag imitator Arnaud Askoy al twee keer eerder optreden en nog krijgt ze telkens opnieuw tranen in de ogen. “Brel was een echte poëet. Er schuilt zoveel kracht en emotie in zijn woorden.”
Ze luistert gefascineerd naar Piet Wittevrongel die het verhaal van de Askoy II uit de doeken doet. Hoe het schip na Brel in handen kwam van een hippiekoppel die er drugs mee verscheepte, hoe het lange tijd aan de ketting lag en hoe de laatste eigenaar er tijdens een zware storm mee strandde op een strand in Nieuw – Zeeland. “Ik bewonder de Wittevrongels dat ze aan een dergelijk avontuur begonnen zijn. Het werpt zijn vruchten af. Binnen enkele maanden vaart de Askoy II weer.”
“Ik heb het verhaal van de Askoy II altijd gevolgd via de media”
Een honderdtal bezoekers maken hun opwachting. Ze worden ontvangen door vrijwilliger Eric Louagie (69) uit Oostende. “In het Fort Napoleon in Oostende zochten ze destijds mensen voor het onthaal en zo begon ik als vrijwilliger bij Open Monumenten. Het brengt me op plaatsen waar ik anders de kans niet toe krijg. Toen mij de keuzes voor de avant-première van Open Monumentendag werden voorgelegd, heb ik geen moment getwijfeld. Ik heb de Askoy II nog in zijn verregaande staat van ontbinding zien liggen in een loods van Oostende. Ik wou absoluut zien hoe het jacht er nu bij ligt. Het verrast me in de meest positieve zin.” Eric ging net een kijkje nemen op het dek. “Ik heb het verhaal van de Askoy II altijd via de media gevolgd. Het is ongelooflijk wat de gebroeders Wittevrongel hebben gepresteerd. Revêr un impossible rêve…, naar een songtekst van Jacques Brel, is hun leidraad.”
“Met tonnen enthousiasme erfgoed doen heropleven”
Je hoeft heus geen gepensioneerde te zijn om van erfgoed te genieten. Dat bewijzen Jan Symoens (21) en Liselotte Coens (21), studenten uit Brugge. “Wij zijn fans van de muziek van Jacques Brel, daarom zijn we hier”, klinkt het eerlijk. “We kenden de Askoy II niet, maar het bezoek aan het jachtschip laat ons zeker niet onberoerd. Het is indrukwekkend om te zien hoe je met een rotsvast geloof en tonnen enthousiasme dit stukje erfgoed kan doen heropleven. Al lijkt het me dat er nog steeds veel werk aan de winkel is”, zegt Jan.
“Het enthousiasme van de gebroeders Wittevrongel werkt aanstekelijk”
“Ik verken graag nieuwe horizonten”, zegt Open Monumenten – vrijwilliger Luc Delancker (62) uit Zonnebeke. Hij staat in voor het onthaal van de honderd bezoekers die exclusief in de werkplaats van het zeiljacht Askoy II komen kijken. Luc is sinds vijf jaar actief als vrijwilliger en is vooral actief in het kasteel Beauvoorde in Veurne.
“Ik kende het verband tussen de Askoy II en de zanger Jacques Brel eerlijk gezegd niet. Het is een interessant verhaal. Wist je dat de vader van Brel geboren is in Zandvoorde, nu een deelgemeente van Zonnebeke?”
Hij houdt enorm van de muziek van Brel. “Ik heb alle verzamel-CD’s van de chansonnier.” Luc werkt graag mee op dagen als deze. Hij vindt het contact met anderen die een zwak voor erfgoed hebben hartverwarmend. “Het enthousiasme waarmee de gebroeders Wittevrongel over ‘hun’ schip vertellen, steekt iedereen hier aan. Ik vindt het fascinerend dat de initiatiefnemers op hun leeftijd nog altijd bezig zijn met het realiseren van een droom. Faut le faire!”
“Een monument bekijk ik liefst achter de schermen”
Aan stuurboord van de 40 ton zware Askoy II ligt de werkplaats van de schrijnwerker. Weinig van de honderd bezoekers dringen tot de nauwe, donkere gang vol hout en machines door. Andries Poppe (17) wel. “Je krijgt niet elke dag de kans om een blik achter de schermen te werpen”, zegt hij. “Begrijp me niet verkeerd, het schip is prachtig gerestaureerd. Ik was echt onder de indruk daar boven op het dek.
Toch vind ik dit, het atelier van de schrijnwerker, de meest fascinerende plek in de loods. Met al dit ruwe materiaal wordt met veel geduld een schip tot leven gebracht. In deze werkplaats hangt een jaren ’40 – gevoel. Enkel hier zie je hoe ambachtelijk ze te werk gaan om de Askoy II weer op te lappen.”