Hoopvolle start van nieuwe ooievaarskolonie

Eerste ooievaarskuiken sinds 1880 in natuurreservaat De Zegge, dat deel uitmaakt van ZOO Antwerpen en ZOO Planckendael

De Zegge was het allereerste natuurreservaat van België toen het in 1952 door de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA) werd aangekocht. Dit veengebied van 115 hectare is het laatste restje Geels Gebroekt, een enorm moeras van ooit 600 ha groot in het overstromingsgebied van de Kleine Nete. Het is een prachtig lappendeken van vennen, vijvers, moerassen, rietvelden, weilanden, heidelandschap en moerasbos. Een stukje natuurbehoud in eigen land!

Overvloed

De terugkeer van de ooievaars in dit veenlandschap is een goed teken voor de biodiversiteit. Tot nu toe vlogen de vogels tijdens hun trek over het reservaat om zich in Nederland te nestelen. De kans dat de ooievaars daadwerkelijk spontaan de nesten gingen bezetten én tot broedsucces zouden komen, werd laag ingeschat. Toch verleidde de vijf nieuwe nestplatformen en de aanwezigheid van voldoende voedsel in de omliggende weilanden de vogels om hier hun nestgebied te maken. Buiten het nestelend koppel foerageren er nog zo’n twaalf jonge vogels in het omliggende landbouwgebied waar ze vooral insecten, regenwormen, muizen, mollen en ratten verorberen. De ouders van het kuikens zijn nog onbekende, jonge dieren zonder ring.

Buurtbewoner Charel Cuyvers vertelde deze leuke anekdote: “Ik zie de ooievaars regelmatig overvliegen en samen met mijn kleinzoon geniet ik er zo van. Op een dag landt er een ooievaar op ons erf, vlakbij de schapen. Hij pikt naar eentje en trekt zo met zijn snavel een grote pluk wol uit de vacht. Hij vliegt daarmee rechtstreeks naar zijn nest, en dat doet hij verschillende keren. En het schaap? Dat graasde rustig verder!

Ooievaars in De Zegge
Ooievaarskuikens in De Zegge

Tot weerziens

Na de zomer trekken de ooievaars terug naar het Zuiden in hun zoektocht naar eten om daar te overwinteren. Volgend voorjaar hoopt de coördinator van het natuurreservaat De Zegge meerdere geslachtsrijpe en amoureuze koppels te tellen, die dan jaarlijks dezelfde tocht terug naar hun broedgebied zullen maken. De kuikens die hier geboren worden, keren na 2 tot 3 jaar terug om in de nabijheid van hun geboortenest zelf jongen voort te brengen. Zo groeit een ooievaarskolonie stelselmatig aan.

Wissel van de natuurwacht

Conservator Bert Veris gaat weldra met pensioen en geeft zijn riek en kapmes door aan collega Toon Deswert die nu samen met zijn team dit stukje waardevolle natuur verder onder zijn hoede neemt. Met de geboorte van dit eerste ooievaarskuiken geeft Bert een mooie uitdaging door aan Toon.

Bert Veris van De Zegge
Toon Deswert van De Zegge