Achter de schermen bij: Iedereen Rubens in de Sint-Martinuskerk van Aalst

Op de zolder van de kerk

Julie De Smedt (27) is projectleider van het boeiende initiatief Iedereen Rubens: een nooit eerder geziene totaalervaring achter de schermen van de Sint-Martinuskerk. Ze nam ons mee achter de scherm en lichtte al een tipje van de sluier.

Kerk vol verhalen

Een goede drie jaar geleden stapte Julie De Smedt uit Zottegem hier voor de eerste keer binnen. De kunstwetenschapster was aangeworven voor de publieksontsluiting van de Sint-Martinuskerk. De vele verhalen die aan deze kerk verbonden zijn, overdonderden haar. Denk aan Daens en zijn preekstoel, de prachtige sacramentstoren waar op de eerste versies van het Brusselse Manneken Pis te zien zijn, de altaren van de gilden…

Het project ‘Iedereen Rubens’ is haar geesteskind, hoewel ze dat met zoveel woorden niet wil gezegd hebben. “Rubens is onze kapstok om het rijke erfgoed van de kerk in de verf te zetten." Komen de bezoekers dan in een bouwwerf terecht, vragen we ons af? “Die restauratie is net een meerwaarde. Voor het hoofdaltaar komt een atelierbox waar bezoekers door de glazen deuren live de restauraties van de meesterwerken kunnen volgen.”

Zolder van beton

Voor het monumentale altaarstuk ‘Heilige Rochus door Christus aangesteld tot patroon van de pestlijders’ (1626) van Rubens komt een telescoop waarmee je kan inzoomen op figuren op het doek die dan over zichzelf vertellen.

Het betalende gedeelte van de tentoonstelling start aan het kleine deurtje naast het altaar van de hop- en graanhandelaren. Samen met Julie beklimmen we de 135 trappen naar de betonnen (!) zolder van de kerk. “Deze unieke locatie werd nooit eerder voor het publiek opengesteld. Na de verwoestende brand van 29 maart 1947 waarbij de vlammen door het dak sloegen, werd deze indrukwekkende zolder in beton gegoten. Een sterk staaltje architectuur.”

Julie wijst de plekken aan waar immense schermen worden opgehangen waarbij je via multimediale technieken meer te weten komt over de achtergronden van ‘De Pestlijders’. Dat Rubens met echte modellen werkte voor zijn compositie bijvoorbeeld.

Eerste project

In het midden van de zolder kan je via een touchscreen zelf een Rubens maken waarna de meester je werk beoordeelt. “We laten per tijdsslot vijftien bezoekers binnen. Die intimiteit is nodig om het allemaal op je te laten inwerken.”

Medewerkers van een multimediaal bedrijf hangen een projector onder een loopbrug. Julie kijkt aandachtig naar het resultaat op het scherm. “Dit is mijn eerste grote project en ik vind het heel spannend allemaal. Ik denk dat ik hierin mijn sterkte gevonden heb. Het is altijd mijn doel geweest om via mijn job mensen even enthousiast te maken over erfgoed als ik. Dat kan ik met ‘Iedereen Rubens’ heel goed overbrengen.”

Nauw aan het hart

“Volgens de legende zou Rubens de onderste predella paneeltjes gratis aan de gilde hebben geschonken. Het werk lag hem na aan het hart. Rubens verloor naar alle waarschijnlijkheid zijn eerste dochter Clara Serena in 1623 aan de pest. Het meisje was amper twaalf jaar. Rond dat jaar begon Rubens aan de Pestlijders te werken. Er wordt gezegd dat het gezicht van Maria, bovenaan op het schilderij, Isabella Brant is: de eerste vrouw van Rubens. Zij stierf in 1626 aan de pest.” 

Witte verf

De Pestlijders wordt komende zomer onderzocht door een team van wetenschappers. Julie zou graag nog enkele kunstschatten onder de scanner leggen. Onlangs kwam zo op één van de deurtjes van de Sacramentstoren (1604) van de Brusselse beeldhouwer Hiëronymus Duquesnoy de Oudere een engeltje tevoorschijn. “De volledige toren werd in de 18e eeuw met witte verf overschilderd. De toren werd volledig onderzocht en gereinigd. Bij dat onderzoek en die reiniging zijn de schilderingen ontdekt. Het is de ambitie van de restauratoren om nog meer te kunnen vrij leggen.”

Klokslag middag

We beginnen de Sint-Martinuskerk met heel andere ogen te bekijken. Ze wijst op het altaarstuk ‘De Heilige Simon Stock’ (1650) van Gaspar De Craeyer, de vergeten meester van de barok. “Hier kan ik lang naar staren en altijd maar weer details vinden.” Wat verder toont ze de beeldengroep rond de heilige Sint-Martinus die een eigen plaatsje in de kerk heeft gekregen. “De restauratie van dit grote barokke beeld was een huzarenstukje.” Ze knikt met haar hoofd naar twee nieuwe glasramen die er dankzij een gulle gift zijn aangebracht. “Dat toont aan dat de Sint-Martinuskerk niet statisch is, maar nog steeds leeft binnen de gemeenschap.”

We staan weer in de vleugel waar het altaarstuk van Rubens hangt. “Zie je dat gaatje rechts onderaan in het voorlaatste glas van het glasraam? Toen de spoorwegen werden aangelegd was er behoefte aan een gemeenschappelijke uurregeling voor heel België. Adolphe Quetelet, toen directeur van de Koninklijke Sterrenwacht, werkte een systeem uit waarbij net op het middaguur het licht door een occulus reflecteert op een metalen strip in de kerk. Er zijn slechts vijf kerken in België die dit hebben.”

Bier voor de kerk

We stappen naar de uitgang van deze tempel vol verhalen. Julie geeft nog mee dat ze naar aanleiding van Iedereen Rubens het biertje ‘Pestkop’ op de markt brengen.  “Er werd maar liefst 180 jaar gebouwd aan de Sint-Martinuskerk. Omdat de stadskas na de pestepidemies en de godsdiensttroebelen van de 16e eeuw absoluut niet toereikend was, stelde Aalst een biertaks in. Hoe meer er gedronken werd, hoe meer geld er vloeide naar de bouw van de kerk.”

Praktisch

 Alle info vind je  op www.iedereenrubens.be  

Ook in Aalst

Leden van Open Monumenten kunnen na hun bezoek aan de kerk in ’t Gasthuys – Stedelijk Museum een punt sparen of omruilen. De kerk ligt op wandelafstand van het museum.

Op vertoon van je lidkaart ontvang je een brochure van de Sint-Martinuskerk ter waarde van € 2. De brochure kan je afhalen in het toeristisch infokantoor (Hopmarkt, Aalst).